Een Nederlandse rechtbank heeft geoordeeld dat Meta Platforms de manier waarop Facebook en Instagram inhoud weergeven voor gebruikers in Nederland moet herzien. De beslissing kwam na een zaak die was aangespannen door de digitale rechtenorganisatie Bits of Freedom, die betoogde dat het huidige tijdlijnsysteem van Meta in strijd is met de Digital Services Act door gebruikers niet de juiste controle te geven over hoe hun feeds worden georganiseerd. Meta moet deze wijzigingen uiterlijk op 31 december 2025 doorvoeren.
De rechtbank oordeelde dat hoewel Facebook en Instagram gebruikers toestaan om over te schakelen naar een chronologische feed, de keuze niet blijft bestaan. Elke keer dat gebruikers de app opnieuw openen, keert de algoritmische feed automatisch terug, waardoor ze gedwongen worden hun voorkeuren opnieuw in te stellen. De rechters oordeelden dat dit ontwerp de autonomie en transparantie van de gebruiker ondermijnt, en concludeerden dat het gebruikers effectief aanspoort in de richting van algoritmische aanbevelingen in plaats van de door hen gekozen instellingen te respecteren.
Om dit probleem aan te pakken, beval de rechtbank Meta om een directe en duurzame optie te implementeren waarmee gebruikers kunnen kiezen tussen algoritmische en chronologische tijdlijnen. De uitspraak vereist dat de door de gebruiker gekozen voorkeur actief moet blijven in alle sessies, zonder elke keer dat de app wordt gesloten opnieuw te worden ingesteld. Meta moet deze wijzigingen uiterlijk op 31 december 2025 doorvoeren. Als het niet binnen die deadline voldoet, kan het bedrijf dagelijkse boetes krijgen totdat volledige naleving is bereikt.
Meta kondigde aan dat het van plan is in beroep te gaan tegen de uitspraak, met het argument dat digitale regulering op het niveau van de Europese Unie moet worden gehandhaafd in plaats van via nationale rechtbanken. Het bedrijf zei dat het al tools heeft geboden waarmee gebruikers berichten in chronologische volgorde kunnen bekijken, maar de rechtbank vond deze opties moeilijk toegankelijk en niet echt persistent. Voorlopig blijft Meta verplicht om de deadline voor het einde van het jaar te halen terwijl het beroep aanhangig is.
De zaak wijst op het toenemende toezicht op socialemediaplatforms in het kader van de Digital Services Act, een belangrijk stuk EU-wetgeving dat is ontworpen om de transparantie en gebruikerscontrole online te vergroten. De uitspraak van de Nederlandse rechtbank is een van de eerste keren dat een nationale autoriteit DSA-principes rechtstreeks heeft toegepast tegen een groot technologiebedrijf. Voorstanders van digitale rechten hebben de beslissing geprezen en zeggen dat het het idee versterkt dat gebruikers moeten kunnen bepalen hoe ze inhoud ervaren in plaats van te worden gestuurd door algoritmen die zijn ontworpen om de betrokkenheid te maximaliseren.
Voor Meta vormt de uitspraak een grote operationele uitdaging. Het bedrijf moet twee van zijn grootste platforms opnieuw ontwerpen om te voldoen aan strengere normen op het gebied van toestemming van gebruikers en transparantie van gegevens, in ieder geval voor Nederlandse gebruikers. Waarnemers zijn echter van mening dat de verandering van invloed kan zijn op de manier waarop sociale-mediadiensten in heel Europa werken, aangezien het implementeren van een apart systeem voor één land misschien niet praktisch is.
Naarmate de deadline van 31 december nadert, zullen regelgevers en privacy-experts nauwlettend in de gaten houden of Meta echte controlemechanismen introduceert of probeert minimale aanpassingen aan te brengen om aan de letter van de wet te voldoen. De uitkomst zal helpen vorm te geven aan de manier waarop sociale platforms personalisatie, regulering en gebruikerskeuze op de Europese markt in evenwicht brengen.