2 Remove Virus

Voorstel streeft naar EU-brede beperking van sociale media voor minderjarigen

Het Europees Parlement heeft een resolutie goedgekeurd waarin wordt opgeroepen tot een minimumleeftijd van 16 jaar voor toegang tot sociale media, videoplatforms en AI-gebaseerde diensten in de hele Europese Unie. De maatregel is juridisch niet bindend, maar vormt tot nu toe de sterkste verklaring van wetgevers die vinden dat minderjarigen geen onbeperkte toegang tot online platforms mogen krijgen. De resolutie werd aangenomen met 483 stemmen voor, 92 tegen en 86 onthoudingen. Er wordt een volledig verbod aanbevolen voor kinderen onder de 13 jaar en alleen toegang voor 13- tot 16-jarigen met toestemming van de ouders. Voorstanders stellen dat deze aanpak consistente regels voor alle lidstaten zou creëren en ervoor zou zorgen dat belangrijke platforms aan een gemeenschappelijke standaard worden gehouden.

 

 

Wetgevers die het voorstel steunden, verwezen naar studies die suggereren dat veel jongeren in Europa patronen van problematisch smartphonegebruik vertonen, waaronder dwangmatig checken, verminderde concentratie en verhoogde angst. Zij stellen dat dit gedrag mogelijk verband houdt met langdurige betrokkenheid bij sociale media. Zorgen over blootstelling van inhoud, directe berichten en algoritmische promotie van schadelijk materiaal zijn ook terugkerende thema’s geworden in parlementaire debatten. Deze kwesties hebben wetgevers ertoe aangezet om strengere beperkingen te eisen op platformfuncties waarvan zij denken dat ze zijn ontworpen om de betrokkenheid te maximaliseren in plaats van jongere gebruikers te beschermen.

De resolutie dringt er bij toezichthouders op aan strikte controles in te voeren op ontwerppraktijken die kunnen bijdragen aan verslavend gedrag. Het identificeert functies zoals oneindige scroll, continue autoplay en beloningsloops, evenals algoritmen die materiaal verbeteren en zo de kijktijd verhogen. Het belicht ook influencer marketing gericht op minderjarigen en reclamepraktijken die afhankelijk zijn van gedragsprofilering. Volgens het parlement zouden deze elementen strenger moeten worden gecontroleerd onder bestaande kaders zoals de Digital Services Act. Wetgevers stellen dat platforms die niet aan nieuwe verplichtingen voldoen, boetes of verdere beperkingen moeten krijgen.

Een belangrijk deel van het voorstel richt zich op leeftijdsverzekering. Het Parlement beveelt aan dat platforms nauwkeurige en privacyrespecterende systemen aannemen die de leeftijd van gebruikers kunnen bepalen zonder buitensporige persoonlijke informatie te verzamelen. Opties kunnen digitale identiteitscontroles of andere verificatietools omvatten, hoewel wetgevers benadrukken dat elk systeem privacyrechten moet waarborgen. Zij benadrukken dat leeftijdsbeveiligingssystemen moeten voorkomen dat de gegevensverzameling verder wordt uitgebreid dan nodig is. Deze vereisten weerspiegelen een groeiende overtuiging binnen de EU dat platforms verantwoordelijk moeten zijn voor het verifiëren van de leeftijd van gebruikers, in plaats van uitsluitend te vertrouwen op zelfrapportage.

Verschillende lidstaten hebben al leeftijdsgerelateerde beperkingen besproken of ingevoerd. Denemarken heeft regels overwogen die de minimumleeftijd voor het gebruik van sociale media zouden verhogen. Andere regeringen hebben aangegeven dat ze bereid zijn strengere controles toe te passen. Het voorstel op EU-niveau heeft als doel deze activiteiten te harmoniseren om ongelijke normen in het blok te voorkomen. Wetgevers stellen dat consistente regels verwarring voor gebruikers zouden verminderen en een samenhangend kader voor handhaving zouden bieden.

Critici waarschuwen dat het voorstel onbedoelde gevolgen kan hebben. Burgerrechtenorganisaties stellen dat het beperken van de toegang voor jongeren onder de 16 zou kunnen beperken tot de vrijheid van meningsuiting en deelname aan online gemeenschappen. Ze waarschuwen dat jongere gebruikers mogelijk naar ongereguleerde of minder veilige platforms kunnen kiezen als ze worden geblokkeerd van reguliere diensten. Privacyvoorstanders maken ook bezwaar tegen de mogelijke vereiste van identiteitscontroles en uiten zorgen over biometrische verificatie, documentindiening en de langetermijnbeveiliging van gevoelige gegevens. Zij stellen dat deze risico’s zwaarder kunnen wegen dan de beoogde voordelen.

Voorstanders stellen daartegenover dat strengere leeftijdsbeperkingen jonge gebruikers zullen beschermen. Zij stellen dat veel platforms momenteel geen effectieve waarborgen hebben en dat consistente eisen de sector naar veiligere wanbetalingen zullen duwen. Zij stellen dat de resolutie verbeteringen in leeftijdsbewakingstechnologie stimuleert, de afhankelijkheid van betrokkenheidsgedreven algoritmen vermindert en ontwerpkeuzes bevordert die bedoeld zijn om minderjarigen te beschermen.

Omdat de resolutie niet bindend is, vereist de volgende stap dat de Europese Commissie besluit of wetgeving opgesteld wordt. Als de Commissie doorgaat, moet elk juridisch kader zowel door het Parlement als door de Raad worden aangenomen. Dit proces omvat consultaties met nationale overheden, maatschappelijke organisaties en grote technologiebedrijven. Waarnemers verwachten veel debat als er wetgeving wordt ingediend, aangezien vragen over privacy, gegevensverzameling en handhaving onopgelost blijven.
De bredere wereldwijde context vertoont vergelijkbare patronen. Verschillende landen ontwikkelen of herzien wetten die gericht zijn op het beperken van de toegang van jongeren tot online platforms. Deze wetten variëren sterk, maar bevatten vaak vereisten voor leeftijdsverificatie, limieten op gegevensverzameling en strengere controles op blootstelling van inhoud. Analisten denken dat de positie van de EU internationale discussies kan beïnvloeden en invloed kan hebben op hoe platforms hun diensten ontwerpen voor jongere gebruikers. Zij merken op dat grote technologiebedrijven mogelijk gedwongen kunnen worden leeftijdsbeveiligingstools in meerdere rechtsgebieden te adopteren als de EU dit verplicht stelt.